Handen ontdekken
Je baby is twee à drie maanden oud en ligt op zijn rug. Er beweegt iets voor zijn ogen. Het verdwijnt en verschijnt dan weer opnieuw. Wat een plezier en voldoening geeft het, als je baby erachter komt dat hij daar invloed op heeft. Dat hij op de een of andere manier de beweging van dat ‘iets’ kan besturen – zijn eigen hand!



Eerst komt zijn hand toevallig voor zijn ogen en probeert hij die in zijn blikveld te houden. Wekenlang gaat zijn aandacht er heel geconcentreerd naar uit, hoe hij zijn handen voor zijn ogen kan brengen. Hoe het hem lukt om de hand voor zijn ogen stil te houden en er langer naar te kunnen kijken. Hoe hij de hand met opzet voor zijn gezicht brengt, laat verdwijnen en weer opnieuw in het zicht krijgt. Hoe hij zijn vingers kan bewegen, hoe hij zijn handen dicht bij elkaar brengt, aanraakt en in elkaar vast grijpt.
Zou er steeds een mobile met draaiende figuren in zijn blikveld hangen, of een boog met speeltjes om tegenaan te slaan, dan zou dat de aandacht afleiden van het belangrijke ontdekwerk dat je baby eerst te doen heeft, voordat hij oefent met grijpen en vastpakken.
Opmaat naar het volgende spelthema: langs een doekje strijken
Als je baby veel met zijn handen speelt, zet je naast hem een doekje in een punt neer om te zien of hij er al aan toe is om langs het doekje te strijken en het later te grijpen. Ook als hij die vaardigheden ontwikkelt, blijven de handen zelf een belangrijke bron van interesse. Een baby van ongeveer vier maanden oud besteedt gemiddeld 20% van zijn speeltijd aan het kijken naar zijn handen.


