Het belangrijkste antwoord is misschien wel een verrassing, maar goed spelgedrag begint bij de ouders! Kinderen worden geboren met alle vaardigheden in zich om te komen tot kwalitatief spel. Het ligt aan onze keuzes en inzichten als ouders of onze kinderen ook de ruimte krijgen om deze kwaliteiten te ontwikkelen. Het gaat er dus niet in de eerste plaats om je kinderen te stimuleren, maar jezelf bewust te maken waar de valkuilen liggen. Wanneer je die hebt ontdekt kun je hier iets aan doen, zodat kinderen weer de ruimte krijgen om echt te spelen.
Observeren
Het fijnst en makkelijkst is natuurlijk als je met deze inzichten kunt beginnen met de komst van je baby. Maar eigenlijk kun je op elk moment beginnen en maakt het niet uit hoe oud je kind is. Wanneer je vaststelt dat je kind niet zelf kan spelen, je baby niet zelf even op de rug kan liggen op een mat maar steeds de aandacht van jou nodig heeft, dan weet je dat er een afslag is genomen naar afhankelijkheid in het spel. Wanneer je je daarvan bewust wordt is het goed om eerst even te analyseren hoe dat kan zijn gekomen. Er zijn zoveel redenen te bedenken waardoor een kind de vaardigheden tot spel kwijt is geraakt.
Stimuleren
Onze hersenen werken in dit opzicht eenvoudig. Als je je heel bewust bent van je eigen lichaam en weet wat je wel en niet kan, dan ben je tot meer in staat dan wordt aangenomen. Wanneer je de ruimte krijgt om iets zelf te doen, zul jij dat eerder doen dan wanneer iets altijd voor je wordt gedaan. Wanneer er altijd iemand is om iets voor jou te doen, dan vergeet je op een gegeven moment gewoon dat je het ook zelf kan. Wanneer je altijd vermaakt wordt, dan weet je niet meer hoe je jezelf kan vermaken. Als er nooit ruimte en tijd is voor jouw eigen spel, dan ga je die ruimte op een gegeven moment ook niet meer opzoeken.
Omgeving
Daarom is genoeg speeltijd (niet alleen samen maar ook voor je kind alleen) heel belangrijk. Duidelijkheid in de structuur van de dag, ruimte om zelf invulling te kunnen geven en materialen die je kind onafhankelijk en actief maken in het spel. Alle kinderen kunnen spelen. Wanneer wij ouders kritisch naar ons eigen handelen kijken en hoe wij de dagen hebben ingericht voor onze kinderen, dan zijn daar alle antwoorden te vinden. Wanneer je de structuur en je eigen handelen onder de loep hebt genomen kan je kijken hoe de speelomgeving van je kind(eren) is ingericht. Een uitdagende omgeving met speelgoed dat stimuleert en klaarstaat zal elk kind uitnodigen om er mee aan de slag te gaan.
Interesses en fases
Natuurlijk is het ook belangrijk om te kijken waar de affiniteit ligt van jouw unieke kind. Niet alle jongetjes willen met vrachtauto’s spelen en niet alle meisjes met poppen. Niet alle kinderen houden van bouwen. Bij jonge kinderen zie je door observatie van het spel welke interesses (spelthema’s) een kind heeft en in welke fase het kind zit. Is het bezig met kleine details dan is een doekje of een beestje met franjes onmisbaar. Heeft je kind ontdekt dat iets ergens omheen kan? Dan is een stapeltoren het juiste speelgoed. Gaat je kind allerlei materialen op elkaar leggen, dan zijn blokken ideaal. Zo zijn er vele vaardigheden bij je kind te ontdekken waar je de juiste materialen bij kan vinden. Elk kind heeft hele eigen interesses en wanneer die worden gezien en erkend in het aanbod van materialen, zal jouw kind zich eindeloos kunnen vermaken.